Alle aanwezigen kunnen zich vinden in de opmerking van Ingrid, die het bijzonder vindt dat Den Helder zich, ondanks de relatief kleine omvang, kenmerkt door grootstedelijke vraagstukken. Onder de oppervlakte ligt volgens haar een enorme dynamiek die de stad typeert.
Paul benadrukt de rijkdom van factoren die een rol spelen in de ontwikkeling van de stad. Waar anders vind je de combinatie van cultuurhistorisch erfgoed, een vliegveld, een haven, en grote opgaves op het gebied van huisvesting, infrastructuur, verduurzaming en mobiliteit. Het marineterrein met Willemsoord speelt daarin een centrale rol. “Dat gebied is wel groot, maar ook weer niet héél groot. Sterker nog, eigenlijk is het iets te klein. Juist die beperkte ruimte dwingt alle betrokken partijen om goed samen te werken en scherpe keuzes te maken over de plannen: wat willen we precies gaan doen?”
Barry wijst op de urgentie van deze keuzes. “Den Helder is nog altijd een stad in ontwikkeling, een bouwplaats. Dat zal voorlopig ook wel even zo blijven. Tegelijkertijd komen er nú toeristen naar de stad die verwachten dat alles op orde is: goede voorzieningen, duidelijke bewegwijzering en voldoende parkeergelegenheid. Dat spanningsveld tussen langetermijnontwikkeling en directe behoeftes maakt de opgave extra complex en uitdagend.”
Wouter: “Den Helder kan twee dingen heel goed: kijken naar het verleden, en kijken naar de toekomst. Wij hebben met elkaar de verantwoordelijkheid om oog te houden voor het nu. Dat kúnnen we doen om dat we de luxe hebben van een langlopende visie op de ontwikkeling van de stad. We mogen best even de tijd nemen om te kijken waar het heen beweegt en dan mee te bewegen.”