8/10

Oog voor het nu

Al enige tijd is bekend dat de Marine zijn legering wil verplaatsen van een locatie ergens ver weg in de haven naar een plek midden in de stad, op het Buitenveld. Dat betekent dat er straks 1500 ‘gebruikers’ van Willemsoord en het gehele Stadshart bij komen.

Marichel: “Dat is natuurlijk geweldig, hoe de volgende noodzakelijke stappen in de ontwikkeling van Willemsoord en de ontwikkelingen bij de marine met elkaar samenvallen. We delen allerlei doelstellingen met elkaar, onder meer om de verbinding tussen binnenstad en Willemsoord te verbeteren. Mensen vragen vaak: ‘Wat wordt nu het echte Stadshart? De binnenstad of Willemsoord?’ Terwijl het in het uitwerkingsplan toch echt allebei is.”

Logisch, vindt Wouter: “Een hart bestaat ook uit twee kamers. En we hebben ze allebei nodig.”

Paul: “De marine draait haar gezicht naar de stad toe; daarmee komt Willemsoord meer ‘in het midden’ te liggen. De interactie tussen burgers en marine zijn we gaan zien als een kracht.”

Anita sluit zich daar volmondig bij aan: “Laat die matrozen maar op appèl staan op Willemsoord. Dat levert een grote bijdrage aan de identiteit en branding van onze stad.”

Paul, lachend: “Nou ja, de veiligheidssituatie voor ons personeel is wel een flink aandachtspunt. Maar de gesprekken daarover met Zeestad zijn altijd constructief. Daar komen we zeker uit.”

Paul Meijer

Paul Meijer, sinds 2019 betrokken bij de vastgoedontwikkelingen van Defensie in Den Helder en sinds 2023 als programmamanager transformatie vastgoed van de Koninklijke Marine. Langjarige achtergrond in vastgoed en infrastructuur bij Defensie en civiel- en bouwkundig ingenieur.
“De interactie tussen burgers en marine is wat ons betreft de kracht en de aantrekkelijkheid van de ontwikkelingen op Willemsoord.”
Alle aanwezigen kunnen zich vinden in de opmerking van Ingrid, die het bijzonder vindt dat Den Helder zich, ondanks de relatief kleine omvang, kenmerkt door grootstedelijke vraagstukken. Onder de oppervlakte ligt volgens haar een enorme dynamiek die de stad typeert.

Paul benadrukt de rijkdom van factoren die een rol spelen in de ontwikkeling van de stad. Waar anders vind je de combinatie van cultuurhistorisch erfgoed, een vliegveld, een haven, en grote opgaves op het gebied van huisvesting, infrastructuur, verduurzaming en mobiliteit. Het marineterrein met Willemsoord speelt daarin een centrale rol. “Dat gebied is wel groot, maar ook weer niet héél groot. Sterker nog, eigenlijk is het iets te klein. Juist die beperkte ruimte dwingt alle betrokken partijen om goed samen te werken en scherpe keuzes te maken over de plannen: wat willen we precies gaan doen?”

Barry wijst op de urgentie van deze keuzes. “Den Helder is nog altijd een stad in ontwikkeling, een bouwplaats. Dat zal voorlopig ook wel even zo blijven. Tegelijkertijd komen er nú toeristen naar de stad die verwachten dat alles op orde is: goede voorzieningen, duidelijke bewegwijzering en voldoende parkeergelegenheid. Dat spanningsveld tussen langetermijnontwikkeling en directe behoeftes maakt de opgave extra complex en uitdagend.”

Wouter: “Den Helder kan twee dingen heel goed: kijken naar het verleden, en kijken naar de toekomst. Wij hebben met elkaar de verantwoordelijkheid om oog te houden voor het nu. Dat kúnnen we doen om dat we de luxe hebben van een langlopende visie op de ontwikkeling van de stad. We mogen best even de tijd nemen om te kijken waar het heen beweegt en dan mee te bewegen.”

Wouter Hakhoff

Wouter Hakhoff, musicus van oorsprong. Leidde de Muziekschool in Hoorn, werd gevraagd om als interimmer Willemsoord B.V. te reorganiseren. Dusdanig fan van de stad dat de interim-klus een vaste aanstelling werd.
"Net in als een orkest moeten alle partijen in de stad niet alleen zelf goed spelen, maar vooral met elkaar luisteren naar hoe het klinkt.”
Marichel: “Ja goed punt. Veel van onze projecten hebben een lange adem. We hoeven niet bang te zijn om nu, per direct, meer ruimte geven aan tijdelijke dingen. Om pioniers aan te trekken: jonge ondernemers die misschien niet iets traditioneels willen, maar wel een gek idee hebben. We hebben nog wat leegstaande panden. Daar kan van alles in gebeuren, terwijl we ondertussen de lange lijnen bewaken.”

Paul: “Om dat te kunnen doen heb je flexibiliteit nodig. En samenwerking en afstemming. Anders gaat het niet werken. Dat zijn echt kenmerken van deze stad: dit gesprek is er een bewijs van.  Die korte lijntjes in deze stad en de uitzonderlijke positie van Zeestad zijn daarin een groot pluspunt.”

Ingrid: “Als we dit gesprek als bewijs zien, is het dan niet een idee om het – buiten het bestek van Zeestads jaarverslag – voort te zetten? Want volgens mij vinden wij elkaar in onze ideeën waar het heen moet met de stad, en kunnen we elkaar helpen in de uitvoering ervan.”

Wouter: “Ja, dat klinkt heel goed. Maar dan moet daar wel de ruimte voor zijn. Natuurlijk heeft iedere overheid het mandaat om te beslissen. Maar die beslissing moet niet vooraan het traject liggen, maar aan het einde. Alle organisaties die hier aan tafel zitten moeten hun werk kunnen doen, zonder steeds te denken dat er uiteindelijk voor hen besloten wordt.”

Barry: “Wat bij alle partijen in de stad bekend zou moeten zijn, ook bij de ambtenaren, raadsleden en bestuurders van deze gemeente, is dat hier de afgelopen jaren unieke zaken zijn gepresteerd door Zeestad. De slagkracht is supergroot. En het werk is niet af.”