7/10

Zit het werk erop?

Ingrid: “Nou, we staan op heel veel lijstjes nog steeds onderaan. Willen we daar vanaf, dan zullen we harder moeten blijven lopen dan de rest. Ik zou het jammer vinden als er een gevoel ontstaat van: ‘we zijn al zo ver; het is af’.”  

Daar sluiten de andere aanwezigen zich bij aan. Want ja, er is en wordt veel geïnvesteerd in stenen, maar de vruchten van die investeringen moeten deels nog geplukt worden. Iedereen is optimistisch over de betekenis die stedelijke vernieuwing kan hebben voor de mensen die in Den Helder wonen. De vernieuwing heeft een sneeuwbaleffect, en brengt ontwikkeling in allerlei aanverwante domeinen met zich mee.

Ingrid de Wit

Ingrid de Wit, planeconoom. Sinds 15 jaar verbonden aan de Gemeente Den Helder, momenteel als programmamanager verantwoordelijk voor woningbouw en gebiedsontwikkeling.
“We mogen de aandacht niet laten verslappen: het zou jammer zijn als er een gevoel ontstaat dat de stedelijke vernieuwing af is.”
Barry noemt als voorbeeld hoe de kwalitatieve vernieuwing van woningen aan de Molengracht en de Fabrieksgracht nieuwe bewoners van buiten heeft aangetrokken. Mensen die hun plek in de stad weten te vinden; die kennis meebrengen, ondernemerschap, een gezin. Die nieuwe impulsen geven.

Stefan: “Toch wijzen we nog relatief weinig woningen toe aan mensen van buiten de stad.” Paul: “Mijn vrouw zei dat ze zichzelf hier wel zag wonen, nadat ze slechts twee dagen de stad had verkend. Maar stel dat we nog een jong gezin waren geweest: dan had ik wel getwijfeld. Waar worden de kinderen opgeleid; waar gaan ze dan straks werken? Mensen worden nu geboeid door Den Helder, maar we moeten ervoor zorgen dat ze ook gebonden worden. We moeten toe naar een systeem waarin er van geboorte tot pensioen de juiste voorzieningen zijn.”

Barry Dunselman

Barry Dunselman, ondernemer uit een Helders geslacht van bakkers, zesde generatie. Zit aan tafel als voorzitter van de Helderse Ondernemersvereniging Binnenstad (HOB).
“Den Helder vindt zichzelf voortdurend opnieuw uit. Daardoor kun je ons beschouwen als een heel jonge en dynamische stad.”
Ingrid: “Ja klopt, er mag meer integraal gekeken worden, met aandacht voor het sociale domein. Aan het centrum moet nog flink wat gebeuren, maar vooral de omliggende wijken moeten meer aangehaakt worden.”

Paul: “Ook infrastructureel. Iedereen pakt hier voor alles de auto.” De rest schiet in de lach, uit een gevoel van herkenning. “Er liggen allerlei mogelijkheden voor langzaam verkeer, voor fiets- en voetgangersbruggetjes. We kunnen van het centrum echt een kruispunt maken, in plaats van een eindstation met een parkeerplaats.”

Stefan: “Versterken van de veerkracht in de wijken is een belangrijke opgave voor ons. Ook willen we zorgdragen voor een betere thuisbasis. Dat geeft kracht aan de stad, want op het moment dat je geen zorgen hebt in je woonomgeving, ben je meer bereid elkaar te helpen. Dan komt dat nabuurschap vanzelf. Goed wonen geeft kracht is onze diepgewortelde overtuiging!”

Barry: “Een andere goede ontwikkeling die doorgezet moet worden, is het compacter maken van de binnenstad en het toevoegen van een woonfunctie daar. Het centrum is na WOII gebouwd op een beoogde bevolking van 150.000 bewoners. Dat bleek een vergissing. We moeten niet bang zijn om keuzes te maken, om functies in het stadshart te saneren. We hebben een krachtig MKB, we hebben krachtige scholen. Er zijn weinig steden in Nederland waar economisch gezien zoveel ontwikkeling gaat plaatsvinden. Alle seinen staan op groen.”